![](https://primary.jwwb.nl/public/n/e/o/temp-scdycyarwmmqtpwtsiuu/thKKW7APTX.jpg)
Samenvatting
Jacob Willem Katadreuffe wordt geboren in een arme wijk in Rotterdam, als zoon van de alleenstaande moeder Jacoba Katadreuffe. Zij heeft als dienstbode voor de deurwaarder A.B. Dreverhaven gediend. maar na een kortstondige relatie (zeg maar wat we nu een one-night stand zouden noemen) waaruit Jacob geboren wordt, neemt zij ontslag en weigert bovendien met Dreverhaven te trouwen of financiële middelen van hem aan te nemen.
Na de geboorte van haar zoon verdient Jacoba de kost door handwerk te verkopen. Als Jacob wat ouder is, raakt hij betrokken in een gevecht met jongens uit de buurt. Zijn moeder heeft dit gezien en beseft dat zij nu moeten verhuizen, iets wat haar eigenlijk niet zo slecht uitkomt aangezien het haar financieel ietsje beter gaat. Moeder en zoon komen nu in een wat betere wijk terecht. Jacob maakt zijn lagere school af en heeft allerhande baantjes. Op een gegeven moment heeft hij de behoefte zich los te maken van zijn moeder en hij ziet een sigarenwinkeltje in Den Haag te koop staan. Om het te kopen leent hij geld bij de kredietbank, terwijl hij niet weet dat zijn eigen vader hiervan de eigenaar is. Hij is er trouwens nog steeds niet van op de hoogte wie zijn biologische vader is, zijn moeder zwijgt hier altijd over.
Ondertussen werkt hij aan zijn geestelijke ontwikkeling en intelligentie. Hij schaft boeken aan om kennis te verwerven.
De sigarenwinkel loopt niet goed. Op een kwade dag verklaart zijn vader Jacob failliet. Hij heeft de sigarenwinkel bezocht, samen met de curator Mr. de Gankelaar. Moeder Katadreuffe ontvangt de heren, Jacob is op het moment niet thuis. Later verzwijgt Jacoba voor haar zoon dat het meneer Dreverhaven (zij heeft hem wel de naam van Jacobs vader verteld) was die hem failliet heeft verklaard. Jacob moet alles verkopen en weer bij zijn moeder in Rotterdam gaan wonen. Als blijkt dat Jacob slechts een stapel boeken ter waarde van vijftien guldens bezit, wordt het faillissement opgeheven. Maar voor Jacob blijft het moeilijk te verkroppen dat zijn eerste stap naar onafhankelijkheid mislukt is. Vooral tegenover zijn moeder voelt hij zich tekortgeschoten.
Jacob heeft echter indruk gemaakt op de curator, Mr. de Gankelaar, die hem (Jacob is inmiddels 21 jaar) een baantje als bediende bij advocatenkantoor Stroomkoning aanbiedt. Aan dit kantoor is zijn vader Dreverhaven als deurwaarder verbonden. Als Jacob voor de gevel van het kantoor staat, besluit hij zelf ook advocaat te worden. Eenmaal binnengekomen, ziet hij een groot, imponerend gestalte zitten. Een vrouw vertelt hem dat dat de beruchte meneer Dreverhaven is. Jacob heeft wel altijd de naam van zijn vader geweten, maar nu zag hij zijn vader voor het eerst. Op dat moment beseft Jacob ook dat het zijn vader is geweest die hem failliet heeft verklaard.
Nu hij zelf weer geld verdient, gaat Jacob wederom op kamers wonen. In zijn vrije tijd wijdt hij zich geheel aan zijn zelfstudie. En opnieuw duikt zijn vader op in zijn leven: Jacob wordt weer failliet verklaard, omdat hij nu kapitaalkrachtiger is. Hij gaat langs bij zijn vader (hij weet immers nu dat zijn vader hierachter zit) en die behandelt hem niet als zoon, slechts al debiteur. Dreverhaven geeft Jacob een mes en biedt hem aan hem dood te steken. Jacob beheerst zichzelf en verlaat het kantoor van zijn vader.
Gelukkig biedt Mr. Stroomkoning hem een regeling aan, zodat Jacob niet in financiële nood komt te zitten en zich verder aan het halen van zijn staatsexamen kan wijden.
In deze tijd komt er ook contact tot stand tussen hem en Lorna te George.
Als hij zijn schulden heeft afbetaald, wil Jacob gaan studeren en hiervoor leent hij geld bij zijn vader.
Tijdens de vakantie komt Jacob Lorna op het strand tegen, samen met haar vriend. Jacob schrikt hier erg van, jaloers en ziek gaat hij weg. Hij beseft dat hij achter het net aan het vissen is.
Vlak na de vakantie bereikt het kantoor het bericht dat de personeelschef, meneer Rentenstein, fraude heeft gepleegd, Dreverhaven spoorde hem hier op aan en hij wordt ontslagen. Jacob neemt zijn plaats in. Inmiddels is hij al behoorlijk gevorderd in zijn studie.
Dan daagt zijn vader hem uit zijn schuld binnen 3 dagen af te betalen, anders zou hij Jacobs faillissement aanvragen. Met behulp van Mr. Carlion wordt dit echter afgewezen en Jacob gaat opnieuw bij zijn vader langs. Deze biedt hem weer een mes aan maar Jacom laat het in de put vallen. Hij vertrekt, een woedende Dreverhaven achter zich latend.
Het staatsexamen gaat van start en Jacob slaagt. Op het kantoor is het feest.
Kort daarna arriveert er een ontslagbrief bij Stroomkoning van Lorna te George. Stroomkoning en zijn vrouw gaan bij haar langs en mevrouw Stroomkoning vermoedt dat Lorna verliefd is op Jacob Katadreuffe en daarom het kantoor heeft verlaten. Lorna te Geroge geeft als reden aan dat zij zich gaat verloven. Jacob droomt over haar, realiseert zich dat hij nu echt te laat is en dat hij zijn grote liefde is misgelopen.
Dreverhaven verschijnt bij Jacoba en vraagt haar –voor de zoveelste keer- met hem te trouwen. Ze wijst hem nogmaals af en Dreverhaven maakt haar duideijl dat het voor Jacobs eigen bestwil is dat hij zijn zoon zo behandelt.
Het gebeurde dat vader en zoon tegenover elkaar kwamen te staan voor het gerecht. De zaak eindigt in een schikking.
Vlak voordat hij zijn doctoraal moet gaan halen, komt hij Lorna te George tegen, nu enkele jaren getrouwd en moeder. Jacob legt een liefdesverklaring af, zijn moeder zegt hem dat hij een grote ezel is geweest. Hij slaagt voor het doctoraal en vraagt Stroomkoning Rentenstein wederom in dienst te nemen. Zijn vader maakt via zijn advocaat, Mr. Shuwagt, bezwaar tegen Jacobs toelating als advocaat. Dit bezwaar wordt afgewezen en Jacob Katadreuffe wordt beedigd als advocaat. Nadien bezoekt hij voor de laatste keer zijn vader om hem te vertellen dat het hem niet gelukt is hem klein te krijgen en dat Jacob hem niet meer erkent als zijn vader of als wat dan ook, hij bestaat niet meer voor hem. Zijn vader zegt hem echter dat hij hem niet heeft tegengewerkt, maar heeft meegewerkt.
Thuis bij zijn moeder vindt hij haar testament en ziet daarin dat zijn vader hem elke maand geld heeft geschonken, dat hij ontvangt bij het overlijden van zijn moeder. Hij ziet in dat zijn vader hem toch niet alleen heeft tegengewerkt
Personages
Hoofdpersoon:
Jacob Katadreuffe is de hoofdpersoon in dit verhaal. Hij is een echte doorzetter, want hij heeft geen studie gedaan, maar is advocaat geworden doormiddel van zelf boeken lezen en leren. Hij woont alleen met zijn moeder, zonder te weten wie zijn biologische vader is. Dit verzwijgt zijn moeder voor hem. Doordat hij niet wist wie zijn biologische vader was, werd hij vroeger gepest.
Bijpersonen:
Jacoba Katadreuffe: Jacoba Katadreuffe is de moeder van Jacob. Dit is een alleenstaande moeder die voor Jacob zorgt. Ze is vaak heel stil, ook is ze niet heel erg vriendelijk. Ze verdiend geld doormiddel van handwerk verkopen.
meneer Dreverhaven: Is de biologische vader van Jacob. Hij is een rijke en angstaanjagende man, want hij is deurwaarder. Dit betekent als mensen geen huur of lening terug kunnen betalen, hij ze op straat kan zetten.
Lorna Te George: Is een collega van Jacob Katadreuffe. Jacob is verliefd op haar maar zij is al verloofd. Later neemt ze ontslag omdat ze de verleiding niet aan kan om bij Jacob in de buurt te zijn.
Mijn mening
Ik vond het een spannend en leuk boek, dat komt vooral doordat het heel realistisch geschreven is. Wat ik wel wat minder leuk vond aan het boek is dat er best wel moeilijke woorden in stonden die ik niet zo goed begreep. hierdoor moest ik dus de betekenis van die woorden opzoeken om het toch wel te kunnen begrijpen. Dit was ook het enige minpunt aan het boek, want voor de rest was het een heel leuk boek om te lezen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb